De Bijbel is een diepzinnig boek vol geheimen. Als je het woord op de juiste manier leest, niet het verhaal als belangrijkste maar haar boodschap, gaat het Woord zich openbaren. Wij lezen meestal niet wat er staat.

maandag 29 maart 2010

IN GERECHTIGHEID HEB IK DE HEER, JOU GEROEPEN

Jes. 42
In gerechtigheid heb Ik, de Heer, jou geroepen. Ik zal je bij de hand nemen en je behoeden, Ik neem je in dienst voor mijn verbond met de mensen en maak je tot een licht voor alle volken, om blinden de ogen te openen, om gevangenen te bevrijden uit de kerker, wie in het duister zitten uit de gevangenis.'

Jesaja, zijn verzen zijn zo bijzonder en prachtig. De Heer heeft mij in gerechtigheid geroepen, deze Stem die dit Woord roept zullen wij allen horen als wij naar binnen keren en willen luisteren. Wij die Gods dienaar allen zijn, zal ons bij de hand nemen en ons tot een licht maken voor alle volken. Zei Jezus niet tegen het volk dat Hem volgde: “Gij zijt het licht van de wereld” en : “gij zijt allen kinderen van de allerhoogste“?

Mt. 5, 14
Jullie zijn het licht van de wereld. Een stad kan niet verborgen blijven als ze boven op een berg ligt.

Ps. 82, 6
Ooit heb ik gezegd: “U bent goden“,
zonen van de Allerhoogste, allemaal.”

Onze verantwoordlijkheid voor Gods volk is zeer groot. Gods volk zijn al onze broeders over de hele wereld. Elk van ons is een koning over Gods Koninkrijk, wanneer de koning God mishaagt zal Hij de koning en het volk 'straffen'. Wanneer het volk gestraft wordt is dit de schuld van de koning. Hij mishaagde God en gaf zo het verkeerde voorbeeld. De koning ziet dat zijn volk in oorlog is met de vijand en zijn land vernietigt wordt als straf dat hij God mishaagde. Wanneer de Koning God behaagt zal hij in vrede leven met zijn volk. Zo is het ook met ons, wij die deze koningen, gezalfden zijn. Wij kunnen ons koninkrijk hier vestigen of verspelen. Wij projecteren onze innerlijke wereld, wat er in ons binnenste, ons hart zich afspeelt nemen wij buiten ons waar. Dit is geen hagada, in de moderne wetenschap van de kwantum fysica is deze zeer oude wijsheid en kennis al enige tijd ontdekt. Als wij God mishagen door de afgoden van de wereld te behagen, zijn wij in strijd met Hem en dat geeft enorme conflicten die tot oorlogen en ziektes leiden. Dat is dan wat wij projecteren, onze eigen ziektes en oorlogen. Zo groot is onze verantwoordelijkheid. Gedachtes van liefde en vergeving of loslaten geeft een vredig hart en zullen daardoor in vrede kunnen leven. Het oude lichaam zal afsterven, en het nieuwe lichaam van de Zoon van God zal opstaan.
De natuur is onze steeds terugkerende voorbeeld. Ook de natuur is in ons aanwezig, we zijn er èèn mee.
Steeds opnieuw zien wij het afsterven van het oude en het opstaan van het nieuwe leven. Deze gebeurtenis speelt zich steeds opnieuw in ons binnenste af, totdat wij ontwaakt zijn. Het is nu de tijd dat de natuur weer aan het opstaan is, het is een hele bijzondere en fascinerende tijd. Bij het nieuwe leven dat op gaat staan hoort ook de gedachte dat wij hiervoor geroepen zijn, het nieuwe leven waarin wij de hand van Jezus nemen om met Hem een licht voor de wereld te zijn. Juist deze tijd is de roep van Zijn Stem het meest hoorbaar.
Dit aankomend weekend is het grote feest van de opstanding. Een tijd om bij stil te staan en om even het afsterven, (verzoening) te overwegen. Het afsterven van het ego of de ’”zonde “ Ik las een paar mooie gedichten voor deze tijd en die mij heel blij maakte, de donkere nacht die voorbij is getrokken, de duisternis die wij kunnen achterlaten door het afsterven van het oude. En het aan tafel gaan met Jezus de Levende.

Aan de nacht zijn wij ontkomen

Aan de nacht zijn wij ontkomen,
aan de vuist van de despoot,
aan het diensthuis van de duivel,
aan het duister van de dood.

Aan de nacht zijn wij ontkomen,
aan de leeuw die heeft gebruld,
aan de vloedgolf van de zonde -
aan het vuilnis van de schuld.

Aan de nacht zijn wij ontkomen,
aan de woede der woestijn,
aan de dreiging van de dromen
nooit en nergens thuis te zijn.

Aan de nacht zijn wij ontkomen,
aan de plaag van het gericht -
laat de wijn van vreugde stromen
Pasen! Kanaän in zicht!
Ds. A.F. troost


Aan tafel

Zo thuis in de Schrift
die vreemdeling -
alsof hij er meer van wist

verbaasd en verward
die twee uit Emmaüs
vonken in hun hart

hoop die gloeit
wie is hij toch
geloof dat groeit

spreekt maar, ongehoord
ontvouwt geheim na geheim
open bloeit het Woord

en wordt vlees en bloed
als hij aan tafel
bij het breken van het brood

hen als de levende ontmoet.

zaterdag 27 maart 2010

GOD SCHIEP DE MENS MANNELIJK EN VROUWELIJK

NBV 27
God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen.

KWB 27
En God schiep de mens als zijn beeld; als het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen.

Als men eerlijk is leest men dat man en vrouw èèn zijn, zowel mannelijk als vrouwelijk. Dit heeft de kerk ons niet geleerd en daarom leest men het ook niet zoals het er staat, of zoals God het bedoeld heeft. Dit kon men niet aanvaarden omdat wij hier in deze wereld ons onderscheiden van een man of een vrouw te zijn. God die Adam in een diepe slaap bracht en waarin Adam droomde dat God het vrouwelijke van hem afgescheiden had, en wij als Adam (naam voor collectevieve mens) dit nog steeds dromen. Jezus wist dat God de mens zowel mannelijk als vrouwelijk schiep. In deze context dienen wij dan ook de verbondenheid tussen deze twee te lezen. Wat God als èèn schiep kan de mens niet scheiden. Wij kunnen denken dat wij oftewel man of vrouw zijn, maar innerlijk zijn wij het allebei zowel man als vrouw en dit kan de mens niet scheiden. Het is nu juist Gods plan deze illusie te laten oplossen, deze twee moeten weer verenigd worden. De bruid moet verenigd worden met de bruidegom. God bedoelt dan ook met overspel als het vrouwelijke in de mens niet God als minnaar zoekt maar de wereld lief heeft en het dus haar afgod wordt. Bij Matteus staat het duidelijk dat Jezus het ook zo heeft begrepen, maar het is helemaal begrepen.

Hos.2,21 Ik zal u Mij tot bruid werven voor eeuwig: Ik zal u Mij tot bruid werven door gerechtigheid en recht, door goedertierenheid en ontferming; Ik zal u Mij tot bruid werven door trouw; en gij zult de Here kennen.

Het is deze verbondenheid die nooit verbroken kan worden, een huwelijk in deze wereld staat symbool voor het hemelse huwelijk, maar het is een verbondenheid die door mensen is gesloten. Het man vrouw zijn is een, eenzijn wat nooit verbroken kan worden, wat betekent dat wij nooit van God gescheiden zijn geweest.

Mt. 19 15
Hij zei: ‘Hebt u niet gelezen dat de schepper de mens bij het begin mannelijk en vrouwelijk heeft gemaakt?’ En hij vervolgde: ‘Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één worden; ze zijn dan niet langer twee, maar één. Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.

Deze tekst van Jezus laat weten dat wij zowel man als vrouw zijn, maar verderop wordt gesuggereerd dat wij alleen door het huwelijk èèn kunnen worden. Eenwording met onze Geliefde wordt voltrokken door een hemelse bruiloft. Deze misleiding van het ego, die heel geraffineerd te werk gaat en bijna zoveel macht als God bezit (door ons toedoen) is voor mij niet de waarheid maar een hele grote truc van het ego die nog altijd goed werkt bij veel Christenen. Deze Gods verloochening en zogenaamde gespletenheid moet aan het licht gebracht worden. Het is beslist de moeite waard en zelfs noodzakelijk voor onze verlossing om dit te overwegen en in te zien dat wij zowel mannelijk als vrouwelijk zijn. We zijn gemaakt naar Gods beeld, mannelijk en vrouwelijk. God als de Vader en man met het vrouwelijke aspect van Hem als Schepping voor Zijn uitbreiding. Het vrouwelijke dat zich van Hem heeft ‘afgescheiden’, althans zo verbeeldt de mens het zich in zijn droom, visioen of illusie. Het is heel gek, maar we lezen wat ons geleerd is en niet wat er staat, we lopen nog altijd achter het beest aan, het beest wat het ego met zijn handlangers veronderstelt of de Farao met zijn magiërs en tovenaars. Het beest is symbool voor de dierlijke eigenschappen die in ons aanwezig zijn; “het leven om te overleven“. We dienen te leven en te sterven voor elkaar, jezelf verliezen of je leven geven om het te behouden zoals Jezus het zegt. Het beest of het dier (ego) wat heerst in ons moet worden overwonnen, of zich verzoenen met de mens. Daarom is in het joodse gedachtegoed de vrede tussen mens en dier zo belangrijk voor onze verlossing. Dan kan de bruid zich haar bruidegom weer herinneren.

Apk. 13, 5
Vol bewondering ging de hele wereld achter het beest aan. Iedereen aanbad de draak, omdat hij het beest gezag had gegeven. Ook het beest zelf aanbaden ze, met de woorden: ‘Wie is gelijk aan het beest? Wie kan het tegen hem opnemen?’

Wie neemt het werkelijk op tegen het ego? Wij aanbidden het (de wereld) nog te vaak in plaats van God alleen lief te hebben.

dinsdag 23 maart 2010

LAAT HET VOLK KOMEN WAT BLIND IS.....

LAAT HET VOLK KOMEN WAT BLIND IS.......

Jes. 43
Laat het volk komen dat blind is en toch ogen heeft,
en de doven, die toch oren hebben.

Jullie zijn mijn getuigen – godsspraak van de heer –
en mijn dienstknecht, die Ik heb uitverkoren,
u moet inzien en in Mij geloven,
u moet begrijpen dat Ik het ben.
Eerder dan Ik werd er geen god gevormd,
en ook na Mij zal er geen zijn.
Ik, Ik alleen ben de heer, en buiten Mij is er geen redder

Ik ben het ook nu nog;
er is niemand die zich aan mijn hand onttrekt.
Als Ik iets doe, wie maakt het dan ongedaan?

“Ik ben het ook nu nog” Ook nu nog spreekt de Heer: "Laat het volk tot Mij komen dat blind is en toch ogen heeft en de doven die toch oren hebben". Het is moeilijk te aanvaarden, het verstand kan het zelfs niet bevatten, het heeft het vermogen niet. Het verstand is een instrument om de informatie op te slaan die tot ons komt, en laat ons alleen de buitenkant zien, waar de leugen regeert. Het hart is de verblijf plaats van Gods Heilige Naam en als een 'zintuig' dat direct waarneemt of beter gezegd de waarheid waarneemt. De blinde mensen zijn wij nog allemaal, wie laat zich niet meestal (onwetend ) door het verstand of ego leiden? Ogen die zien zijn ogen die kijken met visie of met de ogen van Christus, zonder oordeel altijd vergevend.

U moet Mij geloven, ook Jezus sprak deze woorden, Hij spreekt over de Vader die in ons is, de God die in ons midden verblijft. Wie weet wat hij in waarheid is, “de Zoon van God“ kent ook de Vader.
Hier is Jesaja de dienaar, in het NT is Jezus de dienaar, en de dienaar is de Zoon in ons de uitverkorene die wij Zijn.
Er is niemand die zich aan Mijn hand ontrekt. Overgave is de boodschap van dit streng lijkend citaat, doch alleen liefdevol bedoeld.
Vergeven dat wij de situatie die ons overkomt of onze waarneming, als een vergissing van God zouden zien. Juist deze situatie of gebeurtenis is de volmaaktheid. Wanneer het gebeuren wat ons overkomt niet zou gebeuren zou er geen volmaaktheid zijn. Wij waren uit de èènheid of uit balans en het gebeuren is weer een herstellen of genezen van deze disharmonie. Elke gebeurtenis, plezierig of verdrietig is een geschenk om ons de kans aan te reiken om op te staan, te ontwaken om vanuit het hart te gaan leven in plaats van uit het hoofd. Vanuit het hart leven zijn wij de Levende, we laten het hart of de Stem van God spreken. Het is de betekenis van een oprecht hart. Dan zullen wij begrijpen dat God zegt: “U moet inzien en Mij geloven, en u moet begrijpen dat Ik het ben.” Het aanvaarden of overgave is de genezing of het terug brengen in een staat waar wij weer volmaakt zijn, mits wij het aanvaarden. Je kunt van alles proberen om je aan de situatie te ontrekken maar wij kunnen het nooit ongedaan maken, alleen door overgave, aanvaarding zal het opgelost kunnen worden. Je hoeft en kan nooit buiten jezelf redding zoeken er is niemand buiten God en Hij verblijft in ons. Leven vanuit het hart in plaats vanuit het hoofd, is het omkeren of bekeren, daar bevind zich de Ark met Zijn Heilige Naam. Ook nu nog werkt God nog steeds zo als bij Jesaja, de Bijbel is een tijdloos Boek. Het is een Boek voor het "Hier en Nu". Een mooi voorbeeld vanuit een oprecht hart te leven vinden weer bij 1 Sam. het hart te leven zijn de verhalen van de hoofdstukken van 1 S. 3, 4, 5, 6, 7 waar de Ark buit wordt gemaakt door de Filistijnen.

1. S. 4, 11
Toen zei de heer tegen Samuël: ‘Let op! Wat Ik in Israël ga doen, zal beide oren laten tuiten van iedereen die het hoort. Die dag zal Ik over het huis van Eli alles voltrekken wat Ik over dat huis gezegd heb, vanaf het begin tot aan het einde. Ik heb hem al gezegd dat Ik een onherroepelijk vonnis ga voltrekken over zijn huis vanwege de wandaden die hem bekend waren: zijn zonen hebben God geminacht en hij is niet tegen hen opgetreden.


1. S. 4, 10
De Filistijnen zetten de aanval in. De Israëlieten werden verslagen en vluchtten, ieder naar zijn eigen tent. Het was een zware nederlaag: dertigduizend man voetvolk van Israël sneuvelde; De ark van God werd buitgemaakt en de twee zonen van Eli, Chofni en Pinechas, vonden de dood.



Hoofdstuk 3, 4, 5, 6, 7, zijn prachtige verhalen over ons leven, hoe wij in het ego terecht komen en vanuit het ego weer verlangen te leven met een oprecht Hart, (het besneden Hart)
Wanneer de Ark of Gods Aanwezigheid uit hun midden buit wordt gemaakt, door de Filistijnen (ego) , vanwege het niet optreden van Eli tegen het wangedrag en minachting voor God van zijn zonen is dit wat God voorzegd had tegen Samuel. Wanneer wij dus wangedrag vertonen en God minachten door te leven vanuit eigen belangen wat de betekenis is van afgoden vereren zal God ons van zich afkeren, zich buit laten maken. Vervolgens brengt de Ark bij het ego of Filistijnen alleen maar ziektes, hoe waar!!!! We roepen het inderdaad zelf over ons af. Wanneer wij Gods Aanwezigheid, Zijn kracht laten buit maken door de vijand het ego, raken wij uit de èènheid uit ons evenwicht en komen terecht in chaos, rampspoed en ziektes.. Van deze hoofdstukken kunnen we heel veel leren over ons zelf. We zouden al deze hoofdstukken aandachtig moeten lezen, dan lezen we een innerlijk proces wat bij ons plaats vindt. Door eigenschuld komen we in het ego, we krijgen ellende, vanuit onze nood roepen we God weer aan, de profeet of de Heilige Geest verhoord ons gebed, en door berouw en ons om te keren, door te beloven vanuit een OPRECHT hart te leven door alleen God te dienen zal Hij ons bevrijden van de Filistijnen.

1. S. 7, 2
Sinds de Ark in Kirjat-Jearim een standplaats had gekregen, was er geruime tijd verlopen, wel twintig jaar. Toen heel het huis van Israël klagend om de Heer riep, sprak Samuël: ‘Als u met heel uw hart bij de heer terugkomt, als u de vreemde goden en de astarten wegdoet, als u zich met een oprecht hart tot de heer richt en Hem alleen dient, dan zal Hij u bevrijden uit de macht van de Filistijnen.

De Ark was terug, maar God wachtte op zijn volk totdat zij berouw hadden en Hem weer zouden aanroepen. Zodra zij niet meer vanuit eigen belangen leefde zoals de zonen van Eli die onrechtvaardig omgingen met de offers voor de Heer (eigen belang) die dus de wereld nog lief hadden en daardoor de afgoden diende kwam God weer in hun midden. God had voor hen de Filistijnen vernederd, het ego was overwonnen. Weer de centrale boodschap waar het in de hele Bijbel of Gods Woord over gaat. Heb de Heer u God lief en dien Hem alleen. Hem alleen dienen doen we met ons Hart een oprecht Hart en gz. met ons hoofd dwz. het denken moet stoppen in de goede zin van het Woord en onze blik alleen gericht op de Heer dat kan alleen met een oprecht Hart. Dit neer te schrijven is een heerlijke Bijbelcursus voor mezelf. Nogmaals; vanuit het Hart leven is kijken met ogen die zien, zonder oordeel en altijd vergevend.

zondag 14 maart 2010

DE ENIGE ZORG MOET DUS ZIJN DE HEER UW GOD LIEF TE HEBBEN

Jozua 23,11
Uw enige zorg moet dus zijn de heer uw God lief te hebben. Want als u zich van Hem afkeert en u aansluit bij de overige volken, als u familiebanden met hen aanknoopt en omgang met hen hebt, dan zult u ondervinden dat de heer uw God hen niet meer voor u verdrijft.

Weer zo’n prachtige passage vol van verborgen kennis. Ook deze is in het verleden te kortzichtig over heen gelezen. Hier bij Jozua wordt het wat duidelijker wat het inhoud de Heer lief te hebben. Wij zijn geneigd te zeggen en te denken dat wij God boven alles lief dienen te hebben, wat een grote misleiding is. We moeten de Heer als Enige lief hebben niet boven alles. Dat alles dienen we überhaupt niet lief te hebben, we dienen God lief te hebben. Alles lief hebben en daar boven op God lief hebben, zo dienen we twee heren. We hebben de wereld lief en God doen we in onze broekzak zodat Hij altijd bij ons is. Als wij God als het Enige lief hebben, hebben wij alles lief zo als het hoort, Gods liefde is onvoorwaardelijk en alles omvattend. Onze liefde heeft nog altijd voorkeuren en is daarom lief hebben vanuit het ego. Wat wij denken nodig te hebben om te ‘overleven’ hebben wij lief en noemen dat liefde. God zegt het heel duidelijk:

Dt. 6,4
Luister Israël! De heer is onze God, de heer is de Enige. U zult de heer uw God liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met al uw krachten.

Wij dienen goed te verstaan wat het wil zeggen God als Enig lief te hebben. Er is alleen God, er is niets buiten Hem. God is Enig, niet meervoudig maar èènvoudig, als alles in èènheid en verbondenheid dienen wij Hem lief te hebben. Zonder voorkeuren, zonder beelden is Hem als Enig lief hebben. Achter de vorm of waarneming bevindt zich God, wat wij waarnemen betekent niets, achter wat wij waarnemen daar gaat het om, achter de vorm of waarneming is het wezenlijke, "dat" waar het om gaat, De vorm of het beeld liefhebben is de afgoderij die God bedoelt. Het boek: “Wijsheid” geeft hier hele duidelijke aanwijzingen in. Wanneer Paulus ons leert dat wij ons moeten richten op het onzichtbare en het onvergankelijke, heeft hij zich ongetwijfeld laten inspireren door dit boek waar ook herhaaldelijk naar verwezen wordt. Het is deze wijsheid waar Paulus zijn leer op geënt heeft.

Wijsh.13
Volslagen onwijs zijn alle mensen
die onwetend zijn over God,
en die niet in staat zijn
uit de zichtbare goederen
Hem te kennen die is
en evenmin door het beschouwen van de werken
de kunstenaar hebben leren kennen,
maar die of het vuur of de wind of de snel bewegende lucht
of de sterrenhemel of het onstuimige water
of de lichten aan de hemel
zijn gaan zien als de beheerders van de wereld, als goden.

Uit de zichtbare goederen; opvallend is dat er staat: “goederen” het suggereert dat het te maken heeft met een ruilhandel in aardse aangelegenheden die niets met God te maken hebben. Het heeft te maken met wat Paulus zegt:

Rom. 1, 22
Terwijl ze beweren wijs te zijn, zijn ze dwaas en hebben ze de majesteit van de onvergankelijke God ingewisseld voor beelden van vergankelijke mensen, vogels, lopende en kruipende dieren.

Zij zijn niet in staat door het schouwen naar deze werken (goederen) Hem te kennen.
Zij zijn niet in staat de werken van het onzichtbare (wezenlijke) in het zichtbare te aanschouwen door het kijken naar deze goederen. Zij zien deze goederen als God Zelf.

Wijsh.13
Als zij, door hun schoonheid bekoord,
die dingen voor goden gingen aanzien,
dan hadden zij moeten begrijpen
hoe veel voortreffelijker de Heer van dat alles is,
want Hij die het geschapen heeft
is de oorsprong van de schoonheid.
Als zij het echter deden
omdat zij verbijsterd waren over die macht en werking,
dan hadden zij uit de verschijnselen moeten begrijpen
hoe veel machtiger de maker ervan is.
Want uit de grootheid en de schoonheid van de schepselen
ziet men door vergelijking hun schepper.
Niettemin treft deze mensen maar weinig schuld,
want zij komen misschien op een dwaalspoor.
terwijl zij God toch zoeken en willen vinden.
Want terwijl zij zich met zijn werken bezighouden en zoeken
vertrouwen zij op hun ogen:
wat zij zien is immers mooi.

Door de schoonheid bekoord, zijn zij misleid en gingen deze dingen als goden aanzien. Zij vertrouwden op hun ogen; het is dus niet goed om op de ogen te vertrouwen, zij laten niet de waarheid zien, daarom staat er ook geschreven dat het volk met blindheid geslagen is of ogen die niet zien.

Wijsh.13
Anderzijds zijn ook zij niet te verontschuldigen;
want als zij in staat waren zo veel te weten
dat zij zich van de wereld een gedachte konden vormen,
waarom hebben zij dan niet eerder de Heer van alles gevonden?

Deze laatste passage is heel bijzonder, want er staat: wij die het vermogen hebben en daardoor in staat zijn te weten dat deze wereld door gedachten is gevormd en deze kennis dus hadden moeten benutten, wij Hem veel eerder hadden leren kennen. Het is natuurlijk nog steeds van toepassing, weten wij dat deze wereld uit gedachten gevormd is? Dan zouden wij immers God al gevonden hebben. Hebben wij God al werkelijk leren kennen? Wie gelooft dat dit een wereld is die uit onze gedachten is gevormd? De heiligen, mystici en enkele beroemde geleerden van vroeger wisten het. De wetenschap heeft ontdekt dat deze ouden wijsheden uit de geschriften nu bewezen kunnen worden. Zij hebben ontdekt dat het onze enige zorg is, Hem allèèn te dienen, Hem, die verborgen is in de zichtbare goederen. Als wij ons daarop richten zullen wij gaan zien met innerlijke ogen die werkelijk zien. Hier zijn weer de onsterfelijke woorden van Jezus zo belangrijk: “Kijk naar wat voor u is en het zal zich openbaren.”

woensdag 10 maart 2010

IN GERECHTIGHEID HEB IK, DE HEER, JOU GEROEPEN

Jes. 42, 6
In gerechtigheid heb ik, de HEER, jou geroepen.
Ik zal je bij de hand nemen en je behoeden,
ik neem je in dienst voor mijn verbond met de mensen
en maak je tot een licht voor alle volken, om blinden de ogen te openen,
om gevangenen te bevrijden uit de kerker,
wie in het duister zitten uit de gevangenis. Ik ben de HEER, dat is mijn naam.
Ik deel mijn majesteit niet met een ander,
noch de lof die mij toekomt met een beeld. Wat eertijds werd voorzegd, is nu vervuld
en ik kondig jullie nieuwe dingen aan,
nog voor ze ontkiemen zal ik ze openbaren. Zing voor de HEER een nieuw lied,
laat zijn lof klinken van de einden der aarde,
jullie die de zee bevaren, en alles wat leeft in zee,

Deze heerlijke hoopgevende passage van de waarheid die God hier spreekt, heeft een zo diepgaande betekenis wanneer je dergelijke woorden in je kunt opnemen.
Wie is die:” jou” waar God tegen spreekt, het is een ieder die dit leest. Wanneer je de Bijbel leest is het God die tegen “jou” spreekt, beter gezegd: “tegen de Christus Zijn Zoon in jou“.
Hij die mij bij de hand neemt, die mij heeft uitverkoren en mij in Zijn dienst heeft genomen om de volken tot een licht te zijn en om de blinden de ogen te openen, en de gevangen uit de kerker te verlossen. Deze macht is ons gegeven, dit leert Jezus ons wanneer wij Zijn woorden begrepen hebben. Het is deze macht of Geest, de Levens Geest van God die alles nieuw maakt of Christus in ons op laat staan. Dit is geen hoogmoed, woont en leeft Christus niet in ons? Hij is niet gestorven, Hij is in ons en wacht om op te staan om als Zijn uitverkorene het Verbond te herstellen.
De kerker is het lichaam waarin wij als een gevangenen zijn opgesloten. Het Woord is ons gegeven als symbool om ons duidelijk te maken in wat voor staat wij ons verkeren en om ons daaruit te bevrijden. Het lichaam symboliseert de kerker, het is als een donkere wolk die het Aangezicht van God verduisterd. In dit verband is het interessant om te weten wat de betekenis in het Hebreeuws is van: “Aangezicht” het betekent: “het innerlijk.” Dit geeft helderheid in veel Bijbelteksten omdat: Het Woord voor ons innerlijk is gegeven daar de verlossing een innerlijk proces is. In werkelijkheid zijn wij geen lichaam, het is door het ego uitgevonden om ons van God af te scheiden, en in deze “verbeeldde” wereld ons in de wereld van God te laten wanen, maar die door de Heilige Geest gebruikt wordt als een instrument ons te verlossen uit deze wereld van waanideeën, zodat wij de echte wereld, ons thuis weer kunnen aanschouwen. Vandaar het lichaam de oorzaak van de duisternis is. Het is het lichaam die als de duisternis het Woord niet heeft begrepen, zij kan het niet ontvangen.
Daar alles een innerlijk proces is, en wij vanuit ons hart onze innerlijke wereld weerspiegelen of naar buiten projecteren zien wij duisternis in plaats van Gods wereld of Koninkrijk. Wij zien nu een wereld met een beeld wat voor Gods Aangezicht geplaatst is. Wij hebben beelden voor ons innerlijk, het hart waar God zich bevindt geplaatst, eigen gedachte, eigen gemaakte beelden. Gedachten zijn nl beelden. God zegt: “Jullie gedachten (beelden) zijn niet Mijn gedachten.
Daarom zal ons hart rein of zuiver moeten zijn, zonder deze beelden. Met onze eigen gedachten aanwezig zal ons hart onrein zijn. Schep in ons een nieuw hart, vragen wij aan God, een hart wat zonder oordeel (beeld) is en altijd in een vergevende staat hoort te zijn. De nieuwe wereld zal zich dan ook zichtbaar maken vanuit ons hart. Zolang wij er beelden voor blijven plaatsen zal de nieuwe wereld zich niet kunnen openbaren.
God deelt Zijn Majesteit niet met een ander, alleen met Zijn uitverkorene, Zijn Zoon, Zijn dienaar. Wij allen zijn de Ene Zoon, niet twee, niet een groep, nee allen. De ander is het ego, Zijn ‘vijand’ het beeld.
De Christus in ons zal alles nieuw maken. Alles wat eertijds voorzegd is zal Hij openbaren als wij Hem laten opstaan. De Heilige Geest die door onze vergeving alles nieuw maakt, of ons een nieuw hart schenkt, (besnijdt) doordat Hij de beelden die wij voor Gods Aangezicht (ons geestelijk hart) geplaatst hebben, laat oplossen. Zo worden we ons bewust dat wij een grote verantwoordelijkheid hebben ten opzichte van onze naaste. Hebben wij een oordeel over onze naaste en hem daarmee gevangen houden in de duisternis van zijn kerker, of zien wij hem liefdevol als een onschuldig kind van zijn Vader? Deze twee zijn bepalend voor onze verlossing of het eeuwige Leven. Want wat wij ‘zien’ is altijd onze eigen innerlijke wereld, met beelden die wij voor Gods Aangezicht geplaatst hebben. Dit vind het ego onacceptabel en is hierin zeer hoogmoedig, want het is dat wat het verborgen wil houden en de ander de schuld van geeft. In dit opzicht zijn wij ’zondaars’ of vergissen we ons dus. Met dit inzicht is de ander dus altijd zondeloos en onschuldig, omdat wij onze innerlijke wereld zien met beelden ervoor.

woensdag 3 maart 2010

ALS DE GEEST VAN HEM DIE JEZUS HEEFT OPGEWEKT UIT DE DODEN IN U WOONT

Rom. 8,11
Als de Geest van Hem die Jezus heeft opgewekt uit de doden in u woont, zal Hij, die Christus uit de doden heeft laten opstaan, ook uw sterfelijk lichaam levend maken door de kracht van zijn Geest, die in u woont.

De Geest van Hem die Jezus heeft opgewekt uit de doden in u woont. Deze Geest is de Geest van God, de Heilige Geest de Levensgeest die in ieder van ons leeft en aan alles het leven schenkt. De gehele schepping is doordrongen van deze Heilige Geest. Het gaat erom of wij de Geest van de Heer willen ontvangen of dat wij vanuit het ego willen blijven en weigeren deze geest te erkennen. Het is deze Geest die ook Jezus heeft doen opstaan uit de doden. Wij weten allemaal wat het dood zijn in de Bijbel betekent. Het is het niet verbonden zijn met deze Geest, Gods Geest de Levensgeest, de Christus Geest, die zich in ons bevindt. Wij allemaal verkeren nog te veel in de ego-geest.
Wanneer wij deze Geest die in ons woont willen aannemen, de Geest die ook Jezus heeft doen opstaan zullen wij niet meer sterven. Wij zullen niet meer hoeven omkomen, dit is een ander woord voor sterven wat God zegt in Deuteronomium. Dit vind ik toepasselijker als sterven, omdat dood niet bestaat zoals wij het begrepen hebben. Ook uw sterfelijk lichaam zal levend worden, dit is een zin wat getuigd dat het niet helemaal begrepen of mee geknoeid is, want een regel terug staat: de Geest die Jezus heeft opgewekt uit de doden, en niet vanuit een sterfelijk lichaam. Ook Jezus was in deze wereld overgeleverd aan de ‘zonde ‘, maar Hij wist dat Hij Gods Zoon was en de ‘zonde’ had geen vat op Hem. Hij gehoorzaamde aan deze Geest of de Stem van God. Wel nu, wanneer wij in deze Geest ons thuis gevonden hebben, haar aangenomen of ontvangen hebben zal deze Christus Geest in ons opstaan en de ego geest zal zich overgeven aan de Geest van God of vernietigd worden wat dezelfde betekenis heeft. Onze wedergeboorte of opstanding heeft plaats gevonden, dit alles is een innerlijk proces, het einde der tijden of het laatste oordeel heeft plaats gevonden. Dan zullen wij bekleed zijn met de nieuwe mens, de nieuwe mens die verlost is van het ego, het afgescheiden deeltje geest wat zich weer met God verbonden heeft.

Kol. 3,9
Trek de oude mens met zijn gedragingen uit, bekleed u met de nieuwe mens, die wordt vernieuwd tot het ware inzicht, naar het beeld van zijn schepper.

De nieuwe mens is, hij die is opgestaan uit de doden, geen waarde meer hecht aan zijn lichaam of de wereld, niet meer met deze twee verbonden is, enkel gericht op het onzichtbare het eeuwige leven.

Rom. 8, 13
Maar als u door de Geest de praktijken van het lichaam doodt, zult u leven. Allen die zich laten leiden door de Geest van God, zijn kinderen van God.

Allen die zich laten leiden door de Geest van God, de universele Geest die aan alles het Leven schenkt, de Geest die Jezus heeft opgewekt, zijn de kinderen van God. Het is deze Geest die de praktijken van het lichaam of ego doodt. Alleen zij die deze Geest niet willen erkennen of ontvangen zullen geen vrucht dragen. Het gebeuren in de natuur is een groot voorbeeld van de boodschap in de Bijbel. Het Paas gebeuren heeft alles met deze boodschap te maken, het afsterven van het oude zodat het nieuwe Leven kan opstaan, het nieuwe Leven. Vandaar Pasen zo een groot en belangrijk feest is, het feest van het nieuwe Leven, het nieuwe opgestane Leven. Het is deze Geest die Jezus heeft doen opstaan, een Geest die in ons allemaal aanwezig is en dat wilde Jezus ons onderwijzen met Zijn opstanding. Het èèn worden met deze Geest was Zijn boodschap. Degene die zich niet laten leiden door de Geest van God zijn nog kinderen van de man uit het zaad geboren oftewel kinderen van het ego of de ‘zonde'. Het heeft ook weer te maken met het Verbond dat God met ons sloot. Door dit te onderhouden of nauwgezet na te leven zullen wij een gelukkig en lang Leven, het eeuwige Leven door met Hem verbonden te zijn.

Rom. 8,19
Ook de schepping verlangt vurig naar de openbaarmaking van de kinderen van God. Want zij is onderworpen aan een zinloos bestaan, niet omdat zij het zelf wil, maar door de wil van Hem die haar daaraan onderworpen heeft.

Het zijn de kinderen van God die zich moeten openbaren, wat wil zeggen: Gods liefde zichtbaar maken. De Schepping is hier van afhankelijk. Christus moet zich in ons openbaren. Zolang wij nog bannelingen zijn, doordat wij ons nog verbonden hebben met deze wereld zal het voor Gods kinderen en Gods Schepping nog een zinloze reis blijven. Gods kinderen missen nog steeds hun doel, want dat is de betekenis van de ‘zonde’. Het ons richten op het eeuwige of het onzichtbare is ons ware doel. Wij zijn nog altijd op de wereld gericht en niet allèèn op Hem. Het merendeel van de mensheid weet niet de ware betekenis van het zich richten op het onzichtbare, of het “Eeuwige leven“. De misleiding is dat ze denken: ik ben hier en moet genieten, want Jezus heeft ons bevrijdt, dat is nu juist wat ons nog meer aan de wereld hecht, de banden nog steviger aantrekt. Vreugde vol mogen wij zijn over Gods Schepping maar niet over wat met mensen handen is gemaakt, dat is juist gemaakt om ons van God af te houden. Wat zichtbaar is, is met mensen handen gemaakt en dus niet van God, het gaat om wat er zich achter het zichtbare bevindt. Het is de betekenis van het kijken naar de slang zoals Mozes zei, de slang is het symbool voor de zichtbare wereld. Kijk er naar en richt je dan op het onzichtbare, het verborgene wat zich in ons bevindt, Gods Koninkrijk. Dan zal God zich openbaren waar Gods Schepping zo vurig naar verlangt. Alles wat we waarnemen is als een boodschap voor onze verlossing uit deze duistere illusie of zoals Johannes van het Kruis het schrijft: "de donkere nacht".

Rom. 8,24
In deze hoop zijn wij gered. Maar men spreekt niet van hopen, als men het voorwerp van zijn hoop al ziet: wie kijkt nog uit naar wat hij al ziet? Omdat onze hoop gericht is op het onzichtbare, moet onze verwachting gepaard gaan met standvastigheid.

Paulus laat ons toch zeer nadrukkelijk weten dat het ons richten op het onzichtbare heel essentieel is voor onze verlossing. Iets wat je ziet hoef je niet meer op te hopen het gaat om het hopen wat zich achter deze ‘schepping’ bevindt die wij ‘zien’, "het verborgene".

Rom. 8,28
Intussen weten wij dat voor wie God liefhebben, alles zich ten goede keert, voor hen die volgens zijn raadsbesluit geroepen zijn. Want wie Hij tevoren heeft gekend, heeft Hij ook tevoren bestemd om gelijkvormig te zijn aan het beeld van zijn Zoon, opdat deze de eerstgeborene zou zijn onder vele broeders. Wie Hij heeft voorbestemd, heeft Hij ook geroepen. Wie Hij riep, heeft Hij gerechtvaardigd, en wie Hij rechtvaardigde, heeft Hij verheerlijkt.

Voor de mens die God lief heeft keert zich alles ten goede. Het is de gelukkige mens die in Zijn woning mag verblijven, het is hij die in totale verbondenheid met de Vader in èènheid is. Het is Hij die alles overwonnen heeft, het ego en daarmee de wereld. God heeft Christus die zich in ons bevindt geroepen en Hij is het die God heeft voorbestemd.

Aant. 28, 29 KWB
Vindt het belangrijk hier de aantekening bij te plaatsen over het “beeld van Gods Zoon”: Het beeld dat Gods Zoon is, is de verheerlijkte Christus zelf ‘het beeld’, de volmaakte afbeelding van God, en daarom de eigenlijke, ware mens.

Het beeld van Christus dat zich in ons bevindt is ook volgens het N.T. dus het beeld van de ware mens, onze ware identiteit. De opstanding is een innerlijk gebeuren, zoals ook deze innerlijke Christus ons Het Woord van God gaf.



.