DE BUIT

Joz. 7
Misdaad en straf van Achan
Maar de Israëlieten eigenden zich toe wat aan de vernietiging gewijd was. Achan, de zoon van Karmi, de zoon van Zabdi, de zoon van Zerach uit de stam Juda, nam iets van deze verboden goederen en daarom werd de HEER toornig op de Israëlieten

Na het lezen van deze tekst werd volgens mij , de betekenis duidelijk van het toe-eigenen van de buit, de buit is volgens Gods Woord aan de vernietiging(vergeving) gewijd.
Meer teksten werden nu voor mij begrijpelijker.
Het zijn teksten die toch hele wijze boodschappen en kennis bevatten..
Het warderen of hechten aan de wereld kunnen wij zien als, de buit van de wereld voor ons zelf houden, en dat mag niet van God, want anders storten wij al onze naasten in het ongeluk. Dit lijkt overdreven, maar het is wel exact wat er gebeurt, omdat wij allemaal èèn zijn in de geest.
Joz.6,18 Dus vernietig de stad maar maak niets buit, zodat u niet Israëls eigen kamp aan de vernietiging prijs geeft en Israël in het ongeluk stort.

Ook Saul verspeelde zijn koningschap doordat hij hebzuchtig was en wat van de buit voor zichzelf wilde houden.
Het heeft dezelfde betekenis als de afgoden van de wereld volgen of dienen.
1,25 Sam.
"Waarom hebt u dan niet naar de heer geluisterd, maar u op de buit geworpen en gedaan wat de heer mishaagt"?

De Koning of de Zoon die wij allen zijn in waarheid, wat wij weer verkwanselelen door afgoden achterna te lopen doordat wij alles wat zij ons te bieden hebben als buit binnen willen halen.
Wij zijn hier niet om de buit binnen te halen, juist deze buit is onze ondergang wanneer we het niet loslaten of ons ervan onthechten.
De wereld gebruiken voor onze eigenbelangen zie ik nu als de buit van onze vijand, al wat zij ons te bieden heeft kunnen wij als buit zien, omdat het onze hebzucht ten volste kan bevredigen.
Het moet aan de vernietiging (vergeving of loslaten) gewijd worden. Het zijn de duistere kanten in de mens waarvan wij verlost moeten worden.
De buit van de vijand, wat een mooie beeldspraak voor alles wat de wereld voor onze begeerlijke ogen te bieden heeft.
De buit associeert dan ook met het begrip hebzucht, wat een duistere kant van de mens is. Daarom wil God niet dat wij de buit voor eigenbelang mogen gebruiken, en moet deze duisternis verwijderd worden uit ons ‘midden‘.
Joz. 7,25
En Jozua sprak: ‘Omdat je ons in het ongeluk hebt gestort, stort de HEER jou vandaag in het ongeluk!’ En heel Israël stenigde hen; zij verbrandden hen en wierpen stenen naar hen.

De buit moet worden veroverd, (vergeven, vernietigd), de duisternis van de wereld moet worden vergeven,
De duisternis van de wereld is de duisternis in ons en is onze vijand, het licht van de Vader in ons als Zijn Zoon moet geopenbaard worden, en dat kan alleen door de Zoon in ons.
Dus de buit binnenhalen is het zelfde als de wereld gebruiken voor eigenbelangen, God verbied het om ook maar iets van de buit te gebruiken voor eigenbelang, het moet naar de Heilige Geest gebracht worden, deze kan het voor ons vernietigen,(vergeven)inkeer.

Gen 14,21 De koning van Sodom zei tegen Abram: ‘Geef mij alleen de mensen terug, de buit kunt u zelf houden.’ Maar Abram zei tegen de koning van Sodom: ‘Met opgeheven hand zweer ik bij de HEER, de allerhoogste God, die de hemel en de aarde gemaakt heeft: ik wil niets van u hebben, geen draad en geen schoenriem, niets van wat u toebehoort.