GELUKKIG ZIJ DIE ARM VAN GEEST ZIJN

Mat. 5-3
Gelukkig zij die arm van geest zijn, want aan hen behoort het Koninkrijk.

Wat een heerlijke overvloedige belofte, een belofte waar wij zo naar hunkeren.
Het is het enige wat we verlangen, maar we hebben het niet begrepen.
Zoals bij Joh 1 Staten vert. 1637
Alle dingen zijn door het selve gemaeckt, ende sonder het selve en is geen dinck gemaekt, dat gemaeckt is.
4 In het selve was het leven, ende het leven was het licht der menschen.
5 Ende het licht schijnt in de duysternisse, ende de duysternisse en heeft het selve niet begrepen.
De duisternis, wat ons lichaam veronderstelt of ons verstand de ratio, heeft het niet begrepen.

De term arm, heeft niets van doen met in armoede leven.
Hoeveel mensen hebben hun bezit opgegeven om in armmoede te leven ,daar zij dachten hiermee het Koninkrijk te kunnen afkopen.
Arm van geest is meer een lege geest, een geest waarin God kan verblijven, in plaats van onze ratio of het ego.
Wanneer we ons aan God kunnen geven, ons los kunnen maken van de wereldse geneugten zijn we arm, met een rijke geest vol van God en Zijn Konink is.
In de NBV. Staat nederig, wat weer associeert met arm.
Dit nederig zijn wil zeggen, niet de plaats van God innemen, wat gebeurt in ons hoofd, door de ratio, we moeten afdalen, nederdalen naar ons hart.
We hebben ons verstand nodig om te kunnen besluiten naar ons hart af te dalen, te kunnen kiezen God ons leven te laten leiden in plaats van wij zelf.
Het Koninkrijk is ons nabij, het is onder u staat in de Engelse Bijbel James King.
Onder u dat toch wil zeggen in mijn lichaam, onder mijn hoofd.
Het hoofd is aan God gewijd staat in het O.T.
Mozes 28 36
Maak ook een bloem van zuiver goud en graveer daarin als in een zegel de Woorden : Gewijd aan God.
Hij moet de bloem steeds op zijn voorhoofd dragen.
Wat naar mijn inziens wil zeggen dat zijn hoofd aan God is toegewijd, God bestuurt door hem zijn volk
Vanuit ons hart dienen wij te leven, daar is Zijn koninkrijk wat Hij bovenaf bestuurt.
Helaas doen we bijna alles nog met ons hoofd we hunnen haast niet anders, dat zal de 'zonde' zijn of anders gezegd; we missen zo ons doel.

Wat opvalt in deSV J dat er staat: Alle dingen zijn door het Zelf gemaakt en zonder het Zelf is er geen ding gemaakt, dat gemaakt is.
Hieruit is te concluderen dat het Zelf in ons God is, dat wij gelijk zijn aan Hem, in werkelijkheid eeuwig èèn met Hem.

Annie