BETER GERECHTIGHEID DAN OFFERS

Wat moet ik met al jullie offers? zegt de HEER.
Ik heb genoeg van die schapen, die vetgemeste kalveren;
het bloed van stieren, rammen en bokken wil ik niet meer.
En wanneer jullie voor mij verschijnen –
wie heeft je gevraagd mijn voorhoven plat te lopen?
Houd op met die zinloze offergaven.
Ik heb een afschuw van jullie wierook;
jullie feesten, nieuwemaan en sabbat,
ik duld ze niet naast al dat wangedrag.
Van jullie nieuwemaan, van ál jullie feesten heb ik een afkeer,
ze hinderen mij, ik kan ze niet langer verdragen.
Wanneer jullie je handen opheffen, wend ik mijn ogen af,
ook als je aanhoudend bidt, luister ik niet.
Aan jullie handen kleeft bloed!

Het is bijna Kerst, dat stemt mij niet vrolijk, wat de wereld betreft, wel dat het licht op komst is.
Ik las dit vers en dacht, dit is wat God niet wil, hoe de mens in het algemeen zijn Kerst viert, er zijn zoveel dieren die zich moeten offeren, zij zijn het offer wat de mens zich zelf toeeigent.
Hij wil de offergave van dieren niet meer Hij heeft er genoeg van.
Want wees eerlijk, voor wie is het geslachte dier dat gegeten wordt?
Niet voor God maar voor het ego, Hij wil het niet!
Her dier wat gegeten wordt, moet zich offeren voor een afgod!
De dieren die God vraagt in het O.T. zijn symbolisch bedoelt voor het dier in ons te offeren, de eigenbelangen.
De mens heeft het met zijn verstand alleen gelezen en niet samen met zijn hart, waar een Stem te horen is die anders spreekt.
Met dit wangedrag heeft Hij een afkeer van onze feesten, want zegt Hij: "er kleeft bloed aan jullie handen!"
Als wij op deze manier Kerst vieren is het ook zinloos om te bidden, Hij luistert niet!!