IS ER GEEN GOD IN ISRAEL?

2 kon. 1,2
Achazja was uit het venster van de bovenkamer van zijn paleis in Samaria gevallen en was ziek. Hij zond boden naar Baäl-Zebub, de god van Ekron, om te vragen of hij van zijn ziekte zou genezen. Maar de engel van de HEER zei tegen Elia, de Tisbiet: ‘Ga de boden van de koning van Samaria tegemoet en zeg tegen hen: “Is er soms geen God in Israël, dat u Baäl-Zebub, de god van Ekron, gaat raadplegen? ] Daarom zegt de HEER: U zult niet meer opstaan van het bed waarop u ligt; u zult sterven.” ’ En Elia ging heen.

Eiia moet tegen de bode van Achazia zeggen: ’Is er geen God in Israel”? God is zeer verontwaardigt, omdat de mens Hem alweer vergeten is, Achazia zal als straf moeten sterven.
Als je de bedoeling begrijpt is de dood een logisch gevolg.
De boodschap in dit vers is dat wij niet buiten ons Zelf of buiten God om hulp kunnen zoeken. God is nergens anders te vinden dan in mij (ons)Zelf.
Het buiten ons hulp zoeken heeft weer te maken met afgoden achterna lopen, denkend dat wij zonder God genezen of verlost kunnen worden. Verlossen is Heel worden (heil-heilig worden) De ware genezing bevindt zich binnen in ons en niet buiten ons, want God is in ons ( midden) Hij gaf Zich Zelf in Zijn Zoon die wij in werkelijkheid zijn. Door de manier waarop wij leven, de wereldbeelden achterna lopend zullen wij nooit genezen of verlost worden, of het eeuwige Leven zien. Net als Achazja zullen we niet beter worden maar sterven, als wij de wereldbeelden blijven volgen of ze voor werkelijkheid aan te zien, want het is de duisternis van een illusie.
Elia en alle andere profeten zijn als onze innerlijke Stem, denk ik. Het beter worden door hulp van buiten ons kan wel het lichaam behulpzaam zijn maar nooit de oorzaak of de geest genezen. Het is toch de geest, of onze gedachten die ons ziek maken,
wat ook zeer duidelijk is in de verhalen van de Bijbel zoals hier, denkend dat God en genezing buiten ons is. Daarom zie ik de Bijbelverhalen niet meer als geschiedenis, maar als boodschappen rechtstreeks van God, omhuld door een verhaal.
De verhalen zijn als het gewaad van God, waar onder de waarheid zich bevindt.
In dit verband las ik een mooie verwoording voor de manier waarop God Zijn kennis om verlost te worden uit deze duistere illusie aan ons overdraagt. Het is voor ons niet te bevatten hoe Zijn kennis en wijsheid omtrent Zijn Heiligheid en Zijn Koninkrijk aan ons wordt overgedragen door middel van de symbolen van 22 letters, de Schepping is dan ook ontstaan door het Woord.

Een kleine uitleg wat ik las vanuit Joodse geschriften omtrent het lezen van het Woord.
Wat staat beschreven in de Thora?
Als we de Thora bestuderen (De vijf boeken van Mozes uit de Bijbel) moeten we begrijpen dat alle woorden in de Thora en alle andere heilige boeken ons woorden lijken die betrekking hebben op onze wereld. Echter, de woorden representeren spirituele objecten en wortels, welke in geen geval met onze wereld corresponderen.
Bijvoorbeeld Jeruzalem in de Joodse literatuur slaat niet op de fysieke plaats, maar op bepaalde geestelijke krachten en concentraties van geestelijke energie. Die krachten en concentraties nemen een specifieke plaats in het systeem van de geestelijke werelden in.

De verhalen van Elia en Elias lijken ook op een evangelie, een blijde boodschap, zij zijn vol van wonderen, het zijn de wonderen die gebeuren als wij deze Stem horen, zij zijn de getuigenis van Zijn Aanwezigheid. Het zijn steeds dezelfde wonderen die bij de profeten en Aartsvaderen plaats vinden. De brood vermenigvuldiging, het laten opstaan uit de doden, op latere leeftijd nog in verwachting raken, onrein of besmet water rein make wat het land onvruchtbaar maakte, water wat zich splitst voor een doorgang, ze hebben allen hun betekenis. Voedsel is geestelijk eten en drinken wat nooit opraakt, een kind verwachten is zich bewust worden van een innerlijke verlosser, land is het lichaam en water het licht of genade wat ons vrucht doet dragen, etc.
Onrein water wat levend water in ons wordt (genade). Al deze wonderen getuigen van de macht die God zijn Zoon gegeven heeft bij de Schepping, hij gaf ons deze macht om over de aarde en de dieren te heersen, daar getuigen de wonderen van, wonderen die gaan gebeuren wanneer wij alleen God aanbidden en verlossing of genezing in ons zelf zoeken. De macht die wij hebben als Zoon van God is nu misbruikt door het na lopen van de afgoden (ego), we kunnen het zien in de wereld om ons heen.
Maar achter deze wereld is de werkelijke onvergankelijke wereld die wij gaan zien als we de wereld van de afgoden niet meer na lopen, loslaten, vergeven.

OFFERS EN GAVEN VERLANGT U NIET

Psalm 40, 2 + 4 + 7 + 8a + 10 + 11
Ik kom, Heer, om uw wil te doen.

Vol verlangen heb ik op de Heer gewacht
en Hij boog zich naar mij toe,
Hij heeft mijn roep om hulp gehoord.

Hij gaf mij een nieuw lied in de mond,
een lofzang voor onze God.
Mogen velen het zien vol ontzag
en vertrouwen op de HEER.

Offers en gaven verlangt U niet,
brand– en reinigingsoffers vraagt U niet.
Nee, U hebt mijn oren voor U geopend.

Nu kan ik zeggen: Hier ben ik,
over mij is in de boekrol geschreven.

Wanneer het volk bijeen is,
spreek ik over uw rechtvaardigheid,
ik houd mijn lippen niet gesloten,
U weet het, HEER.

Ik zwijg niet over uw goedheid,
maar getuig van uw trouw en uw hulp.
In de kring van het volk vergeet ik niet
hoe liefdevol, hoe trouw U bent.


Ik ben hier om de wil van de Vader te doen zei Jezus, en Jezus woorden waren geen woorden voor Hem alleen maar ook de boodschap voor ons allemaal, heel het volk moet de wil van de Vader volbrengen.
Vol verlangen heb ik op de Heer gewacht, het wachten op de Heer, het in verwachting zijn van de Heer, wat weer betekent dat wij naar de Heer moeten verlangen, wetend dat wij van Hem zijn, Hem verwachten, het is de blijde boodschap van Jezus.
Zoals de Goddelijke Moeder Hem verwachtte, zo mogen ook wij Hem verwachten, het kind in ons dat geboren wil worden.
Als Hij zich diep over mij gebogen heeft, heeft Hij mijn oren geopend zodat ik nu kan begrijpen dat Hij geen offers en gaven, geen brand en reinigingsoffers verlangt, ( horen is het Hebreeuws; begrijpen)het enige wat Hij verlangt is het ego, het 'dier' in ons dat op het altaar geofferd moet worden zodat wij de wereld overwonnen hebben en geen afgodenbeelden meer achterna lopen, dit lijkt voor ons werkelijk een offer, want wat moeten wij dan niet allemaal opgeven?
Het is de grote misleiding, want juist hierdoor ontvangen wij de Heerlijkheid van Zijn Koninkrijk.
In de boekrol is over mij geschreven, al de personages in de boekrol mogen wij ons mee identificeren, het is ons leven in heel haar volheid beschreven, het is ons levensboek, wij zijn zowel de boosdoener en de vijand, als de profeet en de rechtvaardige, het is allebei in ons, maar twee kunnen niet regeren in èèn ziel, en de Bijbel geeft nu juist aan in haar prachtige beeldspraak en symboliek hoe het een ieder vergaat.

DE BUIT

Joz. 7
Misdaad en straf van Achan
Maar de Israëlieten eigenden zich toe wat aan de vernietiging gewijd was. Achan, de zoon van Karmi, de zoon van Zabdi, de zoon van Zerach uit de stam Juda, nam iets van deze verboden goederen en daarom werd de HEER toornig op de Israëlieten

Na het lezen van deze tekst werd volgens mij , de betekenis duidelijk van het toe-eigenen van de buit, de buit is volgens Gods Woord aan de vernietiging(vergeving) gewijd.
Meer teksten werden nu voor mij begrijpelijker.
Het zijn teksten die toch hele wijze boodschappen en kennis bevatten..
Het warderen of hechten aan de wereld kunnen wij zien als, de buit van de wereld voor ons zelf houden, en dat mag niet van God, want anders storten wij al onze naasten in het ongeluk. Dit lijkt overdreven, maar het is wel exact wat er gebeurt, omdat wij allemaal èèn zijn in de geest.
Joz.6,18 Dus vernietig de stad maar maak niets buit, zodat u niet Israëls eigen kamp aan de vernietiging prijs geeft en Israël in het ongeluk stort.

Ook Saul verspeelde zijn koningschap doordat hij hebzuchtig was en wat van de buit voor zichzelf wilde houden.
Het heeft dezelfde betekenis als de afgoden van de wereld volgen of dienen.
1,25 Sam.
"Waarom hebt u dan niet naar de heer geluisterd, maar u op de buit geworpen en gedaan wat de heer mishaagt"?

De Koning of de Zoon die wij allen zijn in waarheid, wat wij weer verkwanselelen door afgoden achterna te lopen doordat wij alles wat zij ons te bieden hebben als buit binnen willen halen.
Wij zijn hier niet om de buit binnen te halen, juist deze buit is onze ondergang wanneer we het niet loslaten of ons ervan onthechten.
De wereld gebruiken voor onze eigenbelangen zie ik nu als de buit van onze vijand, al wat zij ons te bieden heeft kunnen wij als buit zien, omdat het onze hebzucht ten volste kan bevredigen.
Het moet aan de vernietiging (vergeving of loslaten) gewijd worden. Het zijn de duistere kanten in de mens waarvan wij verlost moeten worden.
De buit van de vijand, wat een mooie beeldspraak voor alles wat de wereld voor onze begeerlijke ogen te bieden heeft.
De buit associeert dan ook met het begrip hebzucht, wat een duistere kant van de mens is. Daarom wil God niet dat wij de buit voor eigenbelang mogen gebruiken, en moet deze duisternis verwijderd worden uit ons ‘midden‘.
Joz. 7,25
En Jozua sprak: ‘Omdat je ons in het ongeluk hebt gestort, stort de HEER jou vandaag in het ongeluk!’ En heel Israël stenigde hen; zij verbrandden hen en wierpen stenen naar hen.

De buit moet worden veroverd, (vergeven, vernietigd), de duisternis van de wereld moet worden vergeven,
De duisternis van de wereld is de duisternis in ons en is onze vijand, het licht van de Vader in ons als Zijn Zoon moet geopenbaard worden, en dat kan alleen door de Zoon in ons.
Dus de buit binnenhalen is het zelfde als de wereld gebruiken voor eigenbelangen, God verbied het om ook maar iets van de buit te gebruiken voor eigenbelang, het moet naar de Heilige Geest gebracht worden, deze kan het voor ons vernietigen,(vergeven)inkeer.

Gen 14,21 De koning van Sodom zei tegen Abram: ‘Geef mij alleen de mensen terug, de buit kunt u zelf houden.’ Maar Abram zei tegen de koning van Sodom: ‘Met opgeheven hand zweer ik bij de HEER, de allerhoogste God, die de hemel en de aarde gemaakt heeft: ik wil niets van u hebben, geen draad en geen schoenriem, niets van wat u toebehoort.

TWEE BEESTEN

Apokalyps 13
De twee beesten
Toen zag ik uit de zee een beest opstijgen. Het had tien hoorns en zeven koppen, en op zijn hoorns tien diademen, en op zijn koppen stonden godslasterlijke namen. Het beest dat ik zag, leek op een luipaard, zijn poten waren als die van een beer en zijn muil was als een leeuwenmuil. De draak gaf hem zijn kracht en zijn troon en grote macht. Een van zijn koppen leek dodelijk gewond, maar zijn doodwond genas. Toen liep de hele wereld het beest vol bewondering achterna, en ze aanbaden de draak, omdat hij aan het beest de macht had gegeven. Ze aanbaden het beest en zeiden: ‘Wie is gelijk aan het beest? Wie kan de strijd met hem aanbinden?’ Aan hem werd een mond vol grootspraak en godslastering gegeven en hem werd daartoe macht gegeven, tweeënveertig maanden lang. Toen opende hij zijn mond om God te lasteren, om zijn naam te lasteren en zijn woontent en hen die in de hemel wonen. En hem werd toegestaan oorlog te voeren tegen de heiligen en hen te overwinnen. Hem werd macht gegeven over alle stammen en volken en talen en naties. Alle bewoners van de aarde zullen hem aanbidden, ieder wiens naam niet van de grondlegging van de wereld af geschreven staat in het boek* des levens van het lam dat geslacht is.
Wie oren heeft, moet horen! Wie bestemd is voor gevangenschap, gaat in gevangenschap; wie bestemd is voor de dood door het zwaard, zal met het zwaard gedood worden. Nu komt het aan op de standvastigheid en de trouw van de heiligen. Toen zag ik een ander beest. Dit rees op uit de aarde. Het had twee hoorns als een lam, maar het sprak als een draak. Alle macht van het eerste beest oefent het uit voor diens ogen. Het bewerkt dat de aarde en haar bewoners het eerste beest aanbidden, waarvan de doodwond genezen was. Het verricht grote tekenen; het laat zelfs vuur uit de hemel op aarde neerdalen ten aanschouwen van de mensen. Het misleidt de bewoners van de aarde, door de tekenen die het verricht in opdracht van het beest. Het haalt hen ertoe over om een beeld op te richten ter ere van het beest dat door het zwaard werd gewond maar in leven bleef.
Hem werd zelfs toegestaan levensadem te geven aan het beeld van het beest, zodat het kon spreken en kon bewerken dat allen die het beeld van het beest niet aanbaden, ter dood werden gebracht. Het maakt dat allen, klein en groot, rijk en arm, vrij en slaaf, een merkteken ontvangen op hun rechterhand of op hun voorhoofd; niemand kan iets kopen of verkopen als hij dat teken, de naam van het beest of het getal van zijn naam, niet draagt. Nu komt het aan op scherpzinnigheid! Wie doorzicht heeft, kan het getal van het beest berekenen. Het duidt een mens aan, en het getal van die mens is 666.




Het beest.
Het beest wat hier wordt geschetst is het dier in ons, zoals de Bijbel het “kwaad” of eigen belangen in ons kenmerkt. Hier een redelijk goede omschrijving van het merkteken (kenmerk)of symbool van het zegel wat zo belangrijk en betekenis vol is voor Johannes.
De Schepping zoals wij haar kennen bestaat uit twee tegenovergestelde krachten, (bij God is er maar èèn kracht) twee krachten die altijd met elkaar in strijd zijn, het ‘goede’ en het ‘kwade’ zoals het wordt uitgelegd. Het tegengestelde neemt ook in de Bijbel een belangrijke plaats in, door al haar verhalen waar het volk in oorlog is met haar vijanden of door haar zonen in de verhalen tegengesteld te laten zijn, Kain en Abel, Izaak en Ismael, Jacob en Esau, etc.
Daarom is in ons altijd een innerlijke strijd aanwezig, wat weer zichtbaar wordt buiten ons, de oorlogen. Zo binnen in ons, zo buiten ons, wij projecteren onze eigen gedachtewereld naar buiten. Deze tegengestelde kracht, of het verzet symboliseert het
dier of hier het beest in ons.
De tegenstelling die dus het beest is kan BIJNA alles wat God kan, zij maakt haast de gehele schepping na, zoals we hier kunnen lezen, bij Johannes. Onze wereld bestaat in alles met een tegenstelling, de tegenstelling die voor het beest of het ego staat.
Hier wordt inzicht gegeven hoe de satan of het ego zijn wereld ( de illusie ) opricht en in stand probeert te houden door een ijzeren grip. Hij richt dus een heel imperium op wat op Gods Schepping lijkt, incluis het merkteken dat God Kain meegaf voor bescherming om te overleven maakt hij na, het teken van het beest. Het beest of de dieren die zo een belangrijke beeldspraak zijn voor onze eigenbelangen of ego.
Het is het teken van Gods Naam of “Aan God gewijd” wat Jozua als opdracht van God op zijn voorhoofd moet dragen, gegraveerd in het diadeem en tulband, het heeft als doel het volk te beschermen, het helpt het volk bij haar tekortkomingen.
Ex 28,36-38 Maak een rozet van zuiver goud en graveer, als in een zegel, de woorden “Aan de Heer gewijd”
Door de rozet voortdurend op zijn hoofd te dragen wat de opdracht is, neemt Aaron de schuld weg als ze tekort schieten in hun toewijding aan God, het is een teken of zegel van bescherming.
Het teken hier is dus Gods Naam, d.w.z. aan God toegewijd zijn. Het teken moet op het hoofd gedragen worden zodat wij tevens weten dat het hoofd aan God is gewijd, daar wij niet vanuit ons hoofd of verstand mogen leven maar vanuit ons hart. Vanuit het hoofd leven is hoogmoed zegt de Bijbel een van de zwaarste overtredingen bij God.
Het beest draagt ook een teken of een zegel op een van zijn koppen maar dan met een Godslasterlijk teken, het teken van 666, het is ook de getalswaarde van de naam van Keizer Nero, een personificatie van het ’kwaad’ qrs nrwn -kaisar Nerôn.
Het tweede beest stijgt op uit de zee, de zee op zich is het symbool van de oversteek met alle gevaren van dien, het beest bevindt zich in de zee, het is het beest(wat op hem lijkt) wat satan zijn volledige macht geeft, weer een afspiegeling van God die Zijn Zoon (die op Hem lijkt) alle macht gaf.
De satan (draak) gebruikt het dier in de mens, de eigenbelangen of het ego. De draak geeft het dier zijn heerschappij, moet je kijken wat hier toch staat!.
Het dier in ons heeft de heerschappij op aarde, dat verklaart toch heel veel van de wereld die wij waarnemen.
Ook heeft het dier net als Aaron diademen op zijn hoofden waarvan een met ook een zegel net als Aaron, dit dier heeft vele hoofden, omdat bij de mens een veelheid is en bij God alles èèn is.
Zij aanbaden het beest, of zij liepen hem achterna, zij liepen de afgod achterna van de wereldbeelden, de Mammon.
Grootspraak en Gods lastering werd hem gegeven, dat zien we om ons heen hoe hij regeert. Oorlog werd hem toegestaan om de heiligen of rechtvaardigen te overwinnen, hoe waar! Ieder die niet aan God is toegewijd zal het teken van het beest vanzelf zichtbaar worden zoals ook het teken van God zichtbaar wordt als wij toegewijd zijn door inkeer of een leven dat onthecht is van de wereld, de wereld loslaten wat in het Hebreeuws de betekenis is van vergeving.
Het andere beest wat uit de aarde oprees, bedoelt Johannes de valse profeten mee, het zag eruit als een lam maar sprak als een draak, dit spreekt voor zich, als het een vals profeet is. Hij slooft zich geweldig uit voor de ogen van het eerste beest, en zorgt dat zij het beest aanbidden, je ziet het zo voor je, al de mensen die je vertellen dat alles wat de wereld te bieden heeft zo geweldig belangrijk is, geld, je carrière , aanzien, het is allemaal gemaakt om je bij God weg te halen. Je hoeft er geen aversie tegen te hebben maar je mag het ook niet achterna lopen. Het beest verrichte grote tekenen, het laat zelfs vuur uit de hemelen op de aarde neerdalen ten aanschouwen van de mensheid, en het misleidt de mens met een grote sluwe geraffineerdheid door tekenen te doen in opdracht van het beest. Vinden wij deze wereld niet vol van tekenen die wij denken dat ze van God afkomstig zijn???
Het haalt ons over beelden te maken, de beelden waar God over spreekt in het O.T die hij een gruwel vindt en dus haat, het zijn deze beelden en tekenen die het volk en wij ook nu nog steeds achterna lopen. Het is het beeld, wat het tweede beest het dier in ons opricht in opdracht van het eerste beest wat weer de macht van de draak of satan heeft gekregen, nu weten wij waar onze beelden vandaan komen, het dier in ons heeft de opdracht aanvaardt ze te maken, onze wereld beelden dus, al wat wij waarnemen is niet van God maar van het dier in ons die het doet voor het beest. Het zijn vergankelijke beelden en daarom ook niet eeuwig, nee het is de grote illusie waar vele religies over spreken, de sluier die voor de werkelijkheid hangt.
Nu komt het allergrootste bewijs hoe machtig het beest is om zijn leugen ons voor te houden als de waarheid van God. (als wij het laten gebeuren of toestaan want uit zichzelf kan het niets, het ego beest) Hem werd zelfs toegestaan levensadem te geven aan het beeld, zodat het kon spreken en kon bewerken dat allen die het beeld niet aanbaden ter dood werden gebracht.
Ter dood gebracht wil hier denk ik zeggen dat het zodoende werd dood gebracht, los van het beest, weer tot leven gebracht bij God. Als wij bij God weg zijn noemt de bijbel het ook een dood zijn, dus bij het beest weg ben je ook dood wat hem betreft. Nu weten we dat ook het beest levensadem in kan blazen, maar het is de adem die het lichaam en de illusie instand houdt, de levensadem van God is Zijn Heilige Geest, waar wij nooit in werkelijkheid van gescheiden kunnen zijn, het is de levensgeest van ons wezen, die wij in werkelijkheid zijn, maar het beest heeft alles nagemaakt en wij houden het voor Gods werk. Nu maak ik hier toch uit op dat de beelden onze lichamen zijn die het beest levensadem heeft gegeven. Dit is een hoofdstuk wat alles van het O,.T. uit de doeken doet, hoe het kwaad tewerk gaat, het is een afgescheiden deeltje geest wat het beest in ballingschap houdt.
Zonder dit teken, het teken van het beest kunnen wij niet kopen, het begrip kopen is echt van de wereld, in de hemel wordt niets gekocht, maar wat kunnen wij niet meer kopen, eigenbelangen, hebzucht , omkoperij, aanzien? Nee dat wordt niet gekocht door het volk dat Gods teken draagt.
Het echte teken of zegel is dus Gods Naam, of het teken dat wij aan God zijn toegewijd, wij aan Hem toebehoren, nagemaakt door het beest wat op de draak leek van wie hij alle macht had gekregen deze beelden op te richten om deze beelden voor Zijn Aangezicht te kunnen plaatsen en wij denken van Hem gescheiden te zijn om ons zodoende bij Hem weg te houden.
Dit zijn zo een beetje mijn gevoelens die deze woorden oproepen.

DE HEER SPREEKT TOT MIJN HEER

Psalm 110, 1-4
Refr.: Je bent voor eeuwig priester als Melchisedek.
De Heer spreekt tot mijn heer:
‘Neem plaats aan mijn rechterhand,
ik maak van je vijanden een bank voor je voeten.’

Uit Sion reikt de Heer
u de scepter van de macht,
u zult heersen over uw vijanden.

Uw volk staat klaar op de dag dat u ten strijde trekt.
Op de heilige bergen, uit de schoot van de dageraad,
komt tot u de dauw van uw jeugd.

De Heer heeft gezworen, en komt op zijn eed niet terug:
‘Je bent priester voor eeuwig,
zoals ook Melchisedek was.’


De Heer spreekt tot mijn Heer; altijd voor mij een beetje verwarrend wie nu ; ”mijn Heer” is. .Deze tekst wordt gebruikt in het N. T. Hnd. 33-35
Door veel mensen wordt deze tekst gebruikt om aan te tonen dat niet David de uitverkoren zoon was maar Jezus, een beetje kort door de bocht denk ik. Aant. hierbij is daarom interessant.
Ik denk dat deze tekst op een dieper geestelijk vlak betekenis heeft.
Uit Sion reikt de Heer de scepter van de macht aan zijn Heer.
Zou het niet de innerlijke Zoon in ons allemaal zijn waar de Heer tegen spreekt?
Wij hebben toch waarlijk de kracht van de Zoon in ons om alle vijanden te verslaan!
Het volk wat klaar staat om op het moment (die dag) dat we ten strijde trekken, als we dus de beslissing nemen Hem te erkennen en te herkennen, dan zal het volk mee ten strijde trekken, het is ook het moment van verzoening, eenwording vergeving, loslaten, het zijn termen met allemaal dezelfde betekenis.
Op het moment van deze beslissing zal al het volk van onze waarneming onze medestrijders zijn, want er is nu èènheid.
De Heilige bergen die innerlijke bergen zijn, de plaats in ons waarvan de warme, genezende, stromen van genade zullen vloeien uit de schoot van de dageraad, symbolische betekenis voor de schoot van de Goddelijke moeder het vrouewelijke gedeelte van de Heer onze God.
Dit is misschien de betekenis van de Heer die tegen mijn Heer spreekt.
David is ook weer een symbolische betekenis van onze innerlijke Stem, Messias of de Zoon in het O.T. allemaal dezelfde termen weer om deze blijde boodschap over te dragen.
Voor eeuwig zijn wij als een hogepriester voor God, als wij gehoor geven aan Zijn Stem en er èèn mee willen zijn, anders zullen wij steeds weer moeten sterven daar wij zo niet in het Eeuwige Leven kunnen staan.
Het eeuwig leven is èènheid, als wij Zijn Stem niet oren zijn wij Legio, d.w.z. verdeeld in duizenden vormen, waar ook niets meer te voelen is van Zijn stromen van Genade.

LUISTER VANDAAG NAAR ZIJN STEM

Psalm 95, 6-11
Luister vandaag naar de stem van de Heer.
Ga binnen, laten wij buigen in aanbidding,
knielen voor de Heer, onze maker.
Ja, Hij is onze God.
Wij zijn het volk dat Hij hoedt.
Wij zijn de kudde door zijn hand geleid.
Luister vandaag naar zijn stem.

Boordevol staat in de Bijbel geschreven over inkeer en dat God alleen de enige God is die wij dienen te aanbidden. Voor mij is het nu een zekerheid en geloof geworden dat wij niets anders kunnen en dienen te doen dan naar binnen te keren, en dat we moeten leren dat het ook in het dagelijkse leven mogelijk is, door toewijding.
Ik denk dat God met toewijding bedoelt dat je toegewijd dient te zijn aan alles wat je doet, je niet laten afleiden door gedachten van buitenaf, zij zijn niet van Hem.
Daar aanwezig te zijn horen wij zijn Stem die ons leidt.
De voorschriften, de geboden, die de wet genoemd worden zijn ons gegeven als een bijsluiter of gebruiksaanwijzing voor hoe wij moeten leven om in het land te kunnen blijven wonen. We zijn al verlost maar nu moeten wij nog in het Heilige land zien te overleven, en daar hebben wij de voorschriften voor gekregen bij de aanvang. Leven volgens de aanwijzigingen, anders worden wij buiten het land geplaatst, en zo ervaren wij het ook, want de Bijbel beschrijft exact ons leven. Inkeer is dus in het Land verblijven, gaan wij beelden maken en deze boven God plaatsen om te overleven in het Land dan krijgen wij te maken met een jaloerse God.
Dt. 4-24 Want de Heer Uw God is een verslindend vuur, een jaloerse God.
Aant. Ex 20-5 zegt hierover wat heel interessant is wat betreft de wereldbeelden die wij waarnemen; “Het heeft een houding van iemand die geen afstand van iemand of iets wil doen, omdat hij er aan gehecht is”. Dit zegt toch heel veel wat duidelijk maakt dat wij onthecht moeten worden van de wereldbeelden.
Jes.42 8 "Ik ben de Heer, dat is mijn Naam, Mijn glorie deel Ik met geen ander, Ik geef roem niet over aan andere goden".
Het is een ontzagwekkende wijsheid die in de verhalen van de Bijbel liggen besloten.
Het Woord van God of zijn voorschriften de tien geboden zijn dus onze gebruiksaanwijzingen.
Hoe moeilijk kan een gebruiksaanwijzing zijn voor ons die bij bepaalde apparatuur geleverd wordt.
Ik wil hier mee zeggen hoe moeilijk het is de voorschriften van God goed te kunnen begrijpen of te verstaan.
Bijna alle mensen leven buiten het Heilige Land, ons geestelijk wezen, of van binnenuit.
Hoe duidelijk wordt het voor mij dat ook Gods Woord het zegt dat wat wij waarnemen geen betekenis heeft, het zijn onze eigen gemaakte beelden, wat God ‘zonde’ vindt en ook de juiste betekenis van zonde is volgens mij, het is jammer maar het kan gecorrigeerd worden.
Dt 4-3 “Met uw eigen ogen heeft u gezien wat de Heer Uw God in Baal- Peor gedaan heeft, iedereen die achter Baal-Peor aanliep, heeft hij vernietigd”.
Staat Baal en de Mammon niet symbool voor de wereld? Vernietigen, is niet zo bedreigend zoals hoe wij het lezen, het is gewoon naar de oorsprong terug brengen, het Niets, God is een vuur van Liefde waarvan de energie zo hoog is dat het stil valt en het lijkt of er niets meer is. Hij brengt het terug tot niets of nietig, het is correctie of verzoening.
Dt. 4-12 “En uit het vuur heeft u de Heer Uw God tot u gesproken. U hebt toen wel Zijn woorden gehoord, maar geen gestalte gezien. Er was alleen maar een Stem”.
Dt.4-15 “Omdat u geen gestalte gezien hebt toen de Heer u bij de Horeb uit het vuur heeft toegesproken, moet u zorgen dat u niet zondigt door beelden te maken van welke gestalte dan ook”.
Daarom mogen wij niet zondigen door beelden te maken.
Dit alles is voor mij zonneklaar dat het om de waarneming gaat van de wereldbeelden. Het is niet zo moeilijk om te geloven daar Paulus zegt dat wij ons niet moeten concentreren op het zichtbare, want al wat vergankelijk is, is niet van God.
Het enige wat dan onder ‘zonde’ valt is volgens mij dan ook, deze wereldbeelden voor de waarheid te houden alsof God ze geschapen heeft.
Bij aantekeningen Dt 4- 8 staat dat er in Deuteronomium veel nadruk gelegd wordt op de term “heden”, dat Gods Woord "heden" geldt, dus wanneer je het leest! Voor elke generatie, en ten alle tijden!
Het is de waarheid, ook ik hoor nog bij het hardnekkige volk dat maar steeds de beelden van de wereld achterna volg. Hoe moeilijk is het om de gebruiksaanwijzingen of voorschriften, "Zijn Woord" door Mozes tot ons gesproken goed te begrijpen.
Als je het al begrijpt is het nog moeilijker om te geloven dat deze wereld geen werkelijkheid is.
Maar van de andere kant is het een hele grote troost, anders zouden wij geen rechtvaardige God hebben. Dit geeft mij de kracht om steeds weer tot tot inkeer te komen!
Jes. 30-15 In rust en inkeer ligt jullie redding!

IK BEN DE HEER UW GOD

Exodus Hoofdstuk 20
De tien geboden
Toen sprak God al de woorden die hier volgen. ‘Ik ben de heer uw God die u heeft weggeleid uit Egypte, het slavenhuis ] U zult geen andere goden hebben ten koste van Mij.
U zult geen beelden maken, geen afbeelding van enig wezen boven in de hemel, beneden op de aarde of in de wateren onder de aarde. Buig u niet voor hen neer en bewijs hun geen goddelijke eer, want Ik, de heer uw God, Ik ben voor hen die Mij haten een jaloerse God die de schuld van de vaders wreekt op hun kinderen, tot de derde en vierde generatie. Maar voor hen die Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden ben Ik een God die goedheid bewijst tot aan de duizendste generatie.
U zult de naam van de heer uw God niet lichtvaardig gebruiken, want de heer laat degenen die zijn naam lichtvaardig gebruiken niet ongestraft.

Een bemoedigend vers waar alle wijsheid en betekenis in besloten ligt van het Verbond dat God met ons sloot.
Zoals ik hier lees, zijn wij allang bevrijdt, maar toch denken wij dat we nog verlost moeten worden.
Hier mag toch eigenlijk wel verder over nagedacht worden door ons Christenen.
Verlost worden van de illusie dat we nog in ballingschap leven dan?
Het slavenhuis Egypte is nog altijd het ego van waaruit wij opereren, terwijl het geen macht heeft, want we zijn eruit verlost!
Dus ons leven is werkelijk een illusie van een gedachten wereld, je kunt het allemaal in de Bijbel terug vinden.
Het verklaart veel in de Bijbel, het is de duisternis, de sluier, die ons blind houdt.
Geen andere goden mogen we dienen, want zegt God: "Alleen Ik besta, buiten Mij bestaat niets"
Als wij dan alles wat we waarnemen niet zien als liefde zijn wij ‘zondaars’.
Als wij het anders zien dan liefde, aanbidden wij beelden, en dat ‘straft’ God, maar God straft niet zoals wij denken, God corrigeert onze vergissingen, ook dat is Zijn liefde.
Wanneer wij God haten wil zeggen dat we de beelden lief hebben in plaats van Hem die zich achter het beeld bevindt, wij zien immers de beelden die wij voor Zijn aangezicht geplaatst hebben.
Inderdaad, zolang wij ons laten leiden door het ego in plaats van door God zullen wij de wet van het ego opvolgen en de ziektes en overspel (de beelden lief hebben in plaats van God) dan tot in de vierde generatie stand houden.
Hoe waar is het dat in ons aardse bestaan, ziektes ook tot in de vierde generatie zich kunnen bevinden.
De tien geboden, die als enige van God Zelf komen, zijn het verbond, ons gegeven met de Heilige Geest.
De tien geboden onderhouden is een leven leiden van inkeer en vergeving, gewoon bij ons Zelf blijven en ons niet met onze eigen gedachtes en met de beelden die wij daardoor maken inlaten.
De wereld heeft geen betekenis, we dienen te leren haar los te laten, dat is vergeven of ons weer opnieuw verzoenen met God onze Vader en Schepper.
Ik vind het heerlijk om hier weer een bewijs te lezen dat deze wereld geen werkelijkheid is.
Door alleen bij de werkelijkheid te blijven, inkeer, bij je Zelf zonder eigen gedachtes, ligt de vrede, liefde , geborgenheid, onvergankelijkheid, overvloed etc. in een woord; “het beloofde land”
Het beelden maken door onze gedachtes en deze dan aanbidden is daarom verkeerd, doordat zij volgens Oosterse wijsheid macht over ons krijgen, en zoals we om ons heen zien is het waar!

EN HIJ BAD

Gen 32-1
En hij bad: ‘God van mijn voorvader Abraham, God van mijn vader Isaak, HEER, die tegen mij gezegd heeft: “Ga terug naar je land, naar je familie, ik zal jou voorspoed geven” – ik ben alle weldaden en al de trouw die u aan mij, uw dienaar, bewezen hebt niet waard. Met alleen mijn stok ben ik indertijd de Jordaan hier overgestoken, en nu kan ik mijn mensen zelfs over twee kampen verdelen. Ik smeek u, red mij uit de handen van Esau, mijn broer, ik vrees dat hij ons zal aanvallen en mij en iedereen zal doden, ook de kinderen en hun moeders.


God van Abraham,die tegen mij gezegd hebt, ga terug naar je land en je familie.
Ook tegen mij spreekt God voortdurend terug te gaan naar mijn land, dus inkeer te doen.
Nooit heb ik dit begrepen zoals het behoort begrepen te worden.
Waar is mijn land?
De boodschap van de Bijbel is niet van en voor deze wereld maar voor ons innerlijke land, de Bijbel spreekt daarom van inkeer, 2 Kor, “ wij richten ons niet op de zichtbare dingen maar op de onzichtbare, want de zichtbare dingen zijn tijdelijk, de onzichtbare eeuwig.
Het voortdurend op het innerlijk richten is dan tot inkeer komen, daar is mijn land.
Abraham moest ook naar het land dat God hem aanwees en hij moest het doorkruisen, m.a.w. je innerlijk verkennen er is een Griekse wijsheid; ”mens ken u zelve kennen”

Jes. 30:15 In rust en inkeer ligt jullie redding.

Ez.18:22 Denken jullie dat ik het toejuich als een slecht mens sterven moet? –spreekt god, de Heer. Nee, ik wil dat hij tot inkeer komt en in leven blijft

Bij Ezechiël wordt ons geleerd dat je door inkeer of je omkeren daar ook het eeuwige leven in besloten ligt, want het leven waar de Bijbel over spreekt is het eeuwige leven.
Wanneer je niet in je zelf keert zul je nog steeds moeten sterven en dat juicht God niet toe.
Inkeer geeft ook voorspoed, alles valt bij mij nu een beetje op zijn plaats.
Ik vond het n.l. moeilijk me voor te stellen dat een mens veilig en vredig kon zijn, maar het is mogelijk door inkeer.
Het is de vreselijke, moeilijke en angstige stap die we moeten zetten, de stap die Jacob hier heeft gedaan na een hevige innerlijke strijd met God, die deze angstige beslissing meebracht, zoals het in ons leven allemaal vergaat.
Jacob zegt: "Met alleen mijn stok ben ik gegaan”, stok en staf betekent rechtvaardigheid en barmhartigheid, Hij moest in ballingschap bij zijn oom Laban de staf van barmhartigheid nog verdienen, ook weer onze les, op aarde zijn wij ook in ballingschap.
Door rechtvaardig te leven stroomt barmhartigheid ons leven binnen.
Dat inkeer zo van Levens belang is wordt mij nu duidelijk,het voortdurend met Hem zijn, ingekeerd zijn alles met Hem samen doen, ik denk door dit te oefenen de onvoorwaardelijke liefde (barhartigheid of genade) door ons heen gaat stromen en er inderdaad voorspoed zal zijn, zoals bij de Aartsvaderen die tot inkeer gekomen waren.
De wereld wordt dan onbelangrijk en kunnen we zeggen; “ik heb haar overwonnen”
Inkeer heeft voor mij nu een hele diepe en onvoorstelbare grote betekenis gekregen.
Inkeer geeft; verlossing, overvloed, eeuwig Leven, stroom van onvoorwaardelijk Liefde, dit alles heeft weer te maken met het in verwachting zijn, of de komst van de Heer!
Het steeds verzoenen of vergeven is ook inkeer dat vaak vanuit het diepste diepte moet komen.
Met Hem Leven is een verzoening, een communiceren met Hem, het is "die dag" die aanbreekt, en de betekenis van de Sabbath.

MIJN VERLANGEN GAAT NAAR U UIT

Psalm 25Vergeef mij, HEER, mijn grote schuld,
omwille van uw naam.
Keer u tot mij en wees mij genadig,
ik ben alleen en ellendig.
Mijn hart is vol van angst,
bevrijd mij uit mijn benauwenis.
Zie mij in mijn nood, in mijn ellende,
vergeef mij al mijn zonden.
Onschuld en oprechtheid mogen mij bewaren,
op u is mijn hoop gevestigd.
God, verlos Israël,
verlos het van al zijn angsten.


Schuld hebben wij aan ons zelf, doordat dat wij in een illusie blijven leven, dat is de schuld waar de Bijbel over spreekt, niet dat wij anderen iets aan doen of anderen ons iets aan doen, zoals wij gewend zijn te denken.
Wij doen anderen iets aan doordat wij in de illusie blijven leven.
Ook bloedschuld kun je hier mee in verband brengen.
Het elkaar gevangen houden door te oordelen dat wij een lichaam zijn, ziek zijn en slecht zijn etc. houdt de mens en ons zelf gevangen, wij belemmeren de verlossing van onze naaste en van ons zelf, en dat is zonde.
We ontvangen zo niet het eeuwige leven en moeten weer terug in het bloed, waar wij dan schuldig aan zijn, dus bloedschuld.
De wereld als werkelijkheid te zien en als Gods schepping is ook schuld op ons laden.
Het ons zelf met schuld opladen wordt zonde genoemd.
De illusie die wij erop na houden is de zonde, wie is zonder zonde vraagt Jezus ons?
Wie ziet deze wereld en ieder mens als illusie?
Niemand, en toch is dit het geheim in de Bijbel, je kunt het heel goed lezen als je in de Bijbel gaat schouwen.
De letters en woorden zijn lichten, zij openbaren de waarheid.
Ik weet dat wij geen zondaars zijn, maar in de Bijbel wordt over zondaars gesproken, en op deze manier dat wij denken dat deze wereld het is om te overleven, dus dat zij werkelijkheid is, is zonde, we missen zo het doel van onze Schepper.
Het idee dat wij zondaars zijn hoort ook bij de illusie.
Deze manier van leven geeft angst en tevens een zo groot verlangen naar God.
Onschuld en oprechtheid moge mij bewaren, dat is waar wij van overtuigd dienen te raken, dat wij een ieder onschuldig mogen zien, want het is onze eigen duisternis, onze eigen onterechte schuld gevoelens die wij zien.
Wij zijn nog altijd en eeuwig Zijn kinderen, volmaakt gegemaakt zoals Hij ons geschapen heeft.
Wij dienen ons er van bewust te worden dat niet God ons schuldig ziet maar de aanklager ons bij God schuldig verklaart.(het ego)
De aanklager zegt: "veroordeel de ander maar, geef die maar de schuld, jij bent het niet".
We denken altijd dat de ander of iets buiten ons de schuld is van narigheden of ellende, ook plezierige dingen.
We hebben er geen weet van dat die ander altijd het spiegelbeeld van ons zelf is, de ander is ons zelf.
Wanneer wij enkel onvoorwaardelijke liefde zien, zien wij het spiegelbeeld van Christus in ons, de werkelijkheid.

MOGE DE HEER U ZEGENEN

Uit het boek Numeri
6, 24-26

Moge de Heer u zegenen en u beschermen,
moge de Heer het licht van zijn gelaat
over u doen schijnen en u genadig zijn,
moge de Heer u zijn gelaat toewenden
en u vrede geven.


De priesterzegen die een ieder mag uitspreken denk ik, een ware zegen en rijkdom.
De Heer die Zijn Gelaat naar ons toekeert en doet schijnen.
Wat zou ik dit graag voelen dat Zijn gelaat op mij schijnt.
Wanneer zal het schijnen, wat moet ik doen om dit te ervaren, een overbodige vraag denk ik maar toch!
Hoe meer ik probeer des te meer lijkt het te mislukken.
Het is te gemakkelijk om het te proberen, want zodra je het probeert wordt het al moeilijk.
In stilte met Hem aanwezig zijn, de verdrukkers en onze vijanden, zegt de Bijbel staan klaar zodra ze iets horen van onze goede voornemens, ze zijn ons steeds een stap voor.
Onze gedachtes met God kunnen ze nooit achterhalen, daarom is de stilte zo belangrijk denk ik.
Niet oordelen is vergeven en verzoenen, wat de boodschap is van Gods Woord voor onze verlossing, en Jezus zegt hiervan; "vergeving is de sleutel tot de hemelpoort"
Het is het verbond dat God met ons sloot; door vergeving of verzoening ben Ik met je, ben je veilig, ben je thuis, ben je in vrede en vreugde met alle macht en kracht die Ik je gegeven heb, en ben je een verlosser van de wereld.
Ieder mens heeft zijn eigen wereld of Natie, al deze Natie's moeten èèn Volk worden, dan zijn we allen èèn in het lichaam van Christus.
In de geest is al het volk èèn maar wij hebben apartheid gemaakt door ons af te wenden van Zijn gelaat en en geven elkaar hier de schuld van, God zegt dat we het moeten omkeren, naar binnen keren is omkeren.
Door naar binnen te keren zullen we dit ontdekken.
In de moderne wetenschap is het bekend dat alles eenheid is en er geen afscheiding bestaat, er bestaat alleen energie die door mensen denkbeeldig bespeelt wordt, waardoor er beelden voor Zijn aangezicht zijn ontstaan.
Het vergeven en verzoenen dat iets buiten ons nooit de schuld kan zijn van dat wij dit gevoel vam warmte en liefde kwijt zijn geraakt, maakt dat dit liefdeslicht weer over ons zal schijnen.
Het is God zelf, die in zijn Zoon of Zijn rechterhand het allemaal al volbracht heeft.
We kunnen het licht van Zijn gelaat weer over ons doen laten schijnen als we met oordelen ophouden en alleen met niets anders bezig zijn dan met verzoening, eenwording, althans; "zo spreekt de Heer"
Dit in stilte overwegen zal mij helpen !